Art. 44-vragen Aanlandplicht Visserij

Geacht College,

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over aanlandplicht visserij.


Toelichting
Onze regering in Den Haag schijnt niet te beseffen wat er teweeg wordt gebracht als de aanlandplicht voor onze vissers een feit wordt. Door de aanlandplicht moet alles wat er gevangen wordt aan land gebracht worden. Het is ongehoord om jonge vis aan wal te moeten brengen om vervolgens te laten vernietigen. Dat gaat tegen alle menselijke logica in. Bovendien gaat dit ten koste van de quota waardoor er veel minder verdiend kan worden in de sector.
Op 20 september 2016 beantwoordde uw college vragen van de PVV-fractie over de aanlandplicht. U gaf daarbij aan het met de PVV-fractie eens te zijn dat de gekozen route van de aanlandplicht vanuit economisch en ecologisch oogpunt niet de juiste is. Uw college heeft tevens aangegeven daarin actie te blijven ondernemen.

Op 31 januari jl. heeft een vertegenwoordiging van de visserijsector gesproken met de staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Van Dam, over de strategie ten aanzien van de aanlandplicht. Deze berichtgeving is te vinden op Visserijnieuws.nl d.d. 3 februari jl.
De heer Van Dam heeft eerder op verzoek van de Tweede Kamer zonder succes uitstel van de aanlandplicht bepleit in Brussel, hij werd bijna uitgelachen (...). Ook hier is Nederland met handen en voeten gebonden aan Europese wetgeving. Volgens de staatssecretaris moet alles op alles worden gezet om binnen de internationale context en regelgeving rek en ruimte te vinden.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen.

1. Welke actie heeft uw college sinds september 2016 ondernomen om de visserijsector te bevrijden uit de Brusselse wurggreep van de aanlandplicht?


2. Is uw college op de hoogte van bovengenoemd artikel op Visserijnieuws.nl? Zo nee, wilt u daar dan kennis van nemen?



3. Bent u met de PVV-fractie van mening dat er dan maar wat zwaarder moet worden ingezet in Brussel, gelet op het feit dat de staatssecretaris bijna uitgelachen werd over een zo belangrijk onderwerp? zo nee, waarom niet?



4. Kunt u aangeven welke ruimte en rek u nog ziet binnen de internationale context en regelgeving? Zo nee, bent u bereid dat te laten uitzoeken?

 

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.
Hoogachtend,
Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,

Ruud Haaze
Lid Provinciale Staten van Zeeland