Art. 44-vragen Alternatief ontpoldering Hedwigepolder

Geacht College,

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Peter van Dijk, Partij voor de Vrijheid (PVV), over het voorstel "Geul van de Walvischstaart" als alternatief voor ontpoldering van de Hedwigepolder.


Toelichting
Volgens het pas verschenen boek "Staart van de Walvis - over het gesol met de Hedwigepolder" van auteur Johan Robesin, is begin 2009 door toenmalig nautisch adviseur van de Provincie, Henri G. Haverkamp, aan de hand van reeds uitgevoerde studies, een totaaloplossing geformuleerd voor een duurzaam veilige, toegankelijke en bovenal natuurlijke Westerschelde.

Haverkamp was tot de conclusie gekomen, dat het uitbaggeren van de ‘Vaargeul Walvischstaart’, in combinatie met een herinrichting van de nautische verkeersafwikkeling, een zodanig grote natuurwinst zou opleveren, dat van ontpoldering geen enkele sprake meer hoefde te zijn.
De maatregelen zouden bovendien op het gehele estuarium een zeer gunstig gezondheidseffect hebben. De in de Scheldeverdragen van 2005 met name genoemde Hedwigepolder kon daarmee in de optiek van Haverkamp behouden blijven. De ‘oplossing-Haverkamp’ zou tijdens een stafbespreking op 11 februari 2009 wél besproken zijn en toegelicht door de heer Haverkamp, maar vervolgens niet verder zijn gekomen dan de werkkamer van Commissaris van de Koningin, Karla Peijs.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen.

1. Zijn uitgevoerde studies naar het activeren van de ‘Vaargeul Walvischstaart’ en herinrichting van de nautische verkeersafwikkeling naar de Westerschelde, inclusief beloodsing, bij uw College bekend dan wel bij vorige Colleges bekend geweest?

2. Kan uw College verklaren, waarom bij de Provincie door de auteur van bovengenoemd boek, opgevraagde, voor het boek relevante documenten niet (meer) gevonden kunnen worden, waarbij als reden wordt genoemd dat die er nooit zijn geweest en dus ook niet aan de orde zijn geweest?

3. Is bij uw College bekend, dat de heer Haverkamp op één van de wekelijkse stafbesprekingen bij Karla Peijs, namelijk die van 11 februari 2009, werd uitgenodigd om zijn voorstel toe te lichten en dat er daarna niets mee is gedaan?

4. Is bij uw College bekend, dat ‘de Walvischstaart’ ook buiten het Provinciehuis, op hoog niveau, zowel aan Vlaamse als Nederlandse kant, diverse keren aan de orde is geweest bij besprekingen over de veiligheidsproblemen rond het Oostgat en vaststelling van de zogeheten risicocontouren?

5. Is uw College bereid ons de betreffende documenten, als deze gevonden worden, in kopie beschikbaar te stellen?

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.
Hoogachtend,
Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,

Peter van Dijk
Lid Provinciale Staten van Zeeland