Art. 44-vragen Aanlandplicht Vissers

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over de aanlandplicht voor vissers.

Toelichting
Op zaterdag 27 augustus jl. heeft een vloot van zo'n 50 kotters meegevaren tijdens het visserijprotest in Rotterdam. Hierover is ondermeer op Omroep Zeeland en in de PZC uitgebreid verslag gedaan. De vissers vragen aandacht voor de aanlandplicht.
De aanlandplicht is weer de zoveelste regel uit Brussel, in de niet aflatende Europese bemoeizucht door het vingertje voor de zoveelste keer op te steken richting onze vissers.

In maart 2015 heeft onze PVV-fractie vragen aan uw college gesteld over de aanlandplicht. Voor de invoering van de aanlandplicht zou per regio, dus ook voor de Noordzee, een zogenaamd discardplan worden opgesteld, waarbij in speciale gevallen uitzonderingen op de aanlandplicht gevraagd konden worden. Volgens uw college werd er door middel van overleg tussen het ministerie van Economische Zaken en de visserijsector gezamenlijk gezocht naar een uitvoerbare, naleefbare en handhaafbare invoering van de aanlandplicht.

Ook zouden genoemde partijen zich gezamenlijk inspannen om de negatieve gevolgen van de aanlandplicht voor de Nederlandse vissers te beperken. Daarvoor zouden subsidies beschikbaar gesteld worden door het ministerie waarmee projecten konden worden uitgevoerd die zich richten op allerlei innovaties. In de afgelopen anderhalf jaar is alles wat denkbaar is aan innovaties uitgeprobeerd, zoals ontsnappingspanelen en schotten in het net. Niets blijkt te werken.
Zo'n anderhalf jaar later blijkt dat invoering van de aanlandplicht niet-uitvoerbaar, niet-naleefbaar en niet-handhaafbaar is. Wat de PVV betreft moet het discardplan daarom van tafel.

Brussel vraagt met de aanlandplicht het onmogelijke van onze vissers en sluit daarmee feitelijk de Noordzee voor alle visserij.
Met de aanlandplicht heeft Brussel zijn wurggreep op de vissers versterkt. Dat is wat de PVV betreft onacceptabel.

De fractie van de PVV heeft dan ook de volgende vragen.

1. Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving op Omroep Zeeland en in de PZC over bovengenoemd visserijprotest in Rotterdam d.d. 27 augustus jl.?

1. Ja.

2. Bent u het met de PVV-fractie eens dat in de afgelopen anderhalf jaar duidelijk is gebleken dat invoering van de aanlandplicht niet-uitvoerbaar, niet-naleefbaar en niet-handhaafbaar is en dat daarom het discardplan van tafel moet? Zo nee, waarom niet?

2. De aanlandplicht is onderdeel van het in 2013 hervormde Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid en zal tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2019 gefaseerd worden ingevoerd. Het doel van de aanlandplicht is het bevorderen van de selectiviteit van vistuigen en daarmee het verminderen of voorkomen van ongewenste bijvangst. Hoewel wij het uitgangspunt om de selectiviteit in de visserij te verbeteren onderschrijven, zijn wij met u van mening dat de daartoe gekozen route van de aanlandplicht zowel uit economisch als ecologisch perspectief niet de juiste is.

3. Heeft uw college in de richting van de staatssecretaris van Economische Zaken aangegeven dat genoemde aanlandplicht voor onze vissers niet werkbaar is, en dat er met klem aan Brussel moet worden duidelijk gemaakt dat er een voor de vissers werkbare regeling moet komen? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen?

3. Portefeuillehouder De Bat is voorzitter van het landelijke samenwerkingsverband van regionale visserijgerelateerde overheden, het Bestuurlijk Platform Visserijoverheden (BPV). Door dit gremium wordt intensief contact onderhouden met de landelijke visserij-organisaties Visned en Nederlandse Vissersbond. In overleg met deze organisaties wordt regelmatig bezien welke rol het BPV in het dossier aanlandplicht kan vervullen. In dat kader zijn door een delegatie van het BPV, waaronder vertegenwoordigers van de provincie Zeeland en de gemeente Urk, én het visserijbedrijfsleven meerdere gesprekken gevoerd met enkele belangrijke stakeholders in Brussel, waaronder (Nederlandse) Europarlementariërs.

4. Welke inspanningen gaat uw college verder nog ondernemen om de visserijsector te bevrijden uit de wurggreep van de aanlandplicht?

4. Ook in de komende periode zullen wij blijven wijzen op de nadelige effecten van de aanlandplicht en zullen wij waar mogelijk pleiten voor maatregelen die deze negatieve gevolgen kunnen verminderen. Begin oktober staat een visserij-overleg gepland met o.a. de directeur Visserij van het ministerie EZ. De (negatieve gevolgen van) de aanlandplicht en eventuele mogelijkheden tot vermindering van deze gevolgen zullen daar één van de gespreksonderwerpen vormen.

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,
Ruud Haaze
Lid Provinciale Staten van Zeeland