Veiligheid vissers

Schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over de veiligheid van Zeeuwse en Zuid-Hollandse vissers die vissen voor de Franse kust.

Aan het College van Gedeputeerde Staten
Provinciehuis
Abdij 6
4331 BK  MIDDELBURG

Arnemuiden, 2 september 2011

Geacht  College,

Toelichting: 

Door de houding van de Franse vissers en de daarmee in lijn handelende Franse autoriteiten is het al jaren onmogelijk voor de Nederlandse vissers om ongedwongen te vissen in de Franse wateren. De Fransen weigeren zich neer te leggen bij het feit dat er op Europees niveau afspraken zijn gemaakt, vergunningen zijn verstrekt en dat vissers uit andere EU-lidstaten ook gewoon mogen vissen voor de Franse kust.

In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 19 april jl. schrijft staatssecretaris Bleker in antwoord op vragen van Kamerleden dat de Franse autoriteiten op 30 maart jl. de Nederlandse overheid hebben

geïnformeerd over spanningen tussen Franse vissers en vissers uit andere EU-lidstaten in het Kanaal en dat de Franse autoriteiten hebben geadviseerd in verband met de intensiteit en het karakter van de acties tijdelijk geen visserijactiviteiten te ondernemen in Franse wateren dan wel aan te landen in Noord Franse havens (…).

Het ministerie van EL&I heeft dit advies vervolgens aan de Nederlandse visserijsector doorgegeven. De Nederlandse Vissersbond maakt hiervan melding in haar weekjournaal van 21 april jl.

Volgens de staatssecretaris hebben Nederlandse vissers recht op bescherming door de Franse autoriteiten en zijn de bedoelde adviezen om de veiligheid van de Nederlandse vissers zo goed mogelijk te waarborgen. Vrij vertaald: als je niet in Franse wateren komt, ben je veilig!

Het mag u duidelijk zijn dat de PVV deze opstelling van de Franse autoriteiten volstrekt onacceptabel vindt. Het is wat de PVV betreft de omgekeerde wereld.

Op dit moment kunnen onze vissers het niet riskeren weer op (aantoonbare) valse metingen door Franse controleurs te worden opgebracht in Franse havens, waar  vistuig en vangst wordt afgenomen, en waar bovendien  vele duizenden euro’s moeten worden neergeteld, wachtend op onduidelijke Franse rechtspraak.

Om aan te tonen dat Franse inspecteurs het niet zo nauw nemen met de inspectieregeltjes (Verordening (EG) Nr. 2371/2002 20 december 2002) kan de staatssecretaris op eenvoudige wijze Nederlandse inspecteurs een contra expertise uit laten voeren als zich een incident voordoet op een Nederlands visserschip. We mogen er toch van uit gaan dat de staatssecretaris bereid is echt wat te doen, en niet zo zeer ten koste van alles de lieve vrede met de Franse autoriteiten wil bewaren.

Vragen:

  1. Bent u bekend met bovengenoemde brief van 19 april jl. van staatssecretaris Bleker in antwoord op vragen van Kamerleden? Zo nee, wilt u zich daar dan over op de hoogte laten brengen? Zo nee, waarom niet?
  2. Is uw college bereid de staatssecretaris van EL&I te vragen om richting de Franse autoriteiten duidelijk te maken dat de houding van “mijden van Franse wateren, dan ben je veilig” voor onze vissers en dus voor de Nederlandse regering volstrekt onacceptabel is? Zo nee, waarom niet?
  3. Om meer inzage in de rechtmatigheid van controlemethoden van Franse inspecteurs te krijgen is het mogelijk om Nederlandse inspecteurs op een steenworp afstand stand-by te houden, om in geval van een onrechtmatig incident op Nederlandse visserschepen door Franse inspecteurs, poolshoogte te kunnen nemen. Is uw college bereid dit soort inzet of wellicht andere daadwerkelijke inzet te vragen bij de staatssecretaris van EL&I? Zo, nee waarom niet?

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,

Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland

Namens deze,

Ruud Haaze

Lid Provinciale Staten van Zeeland