'Rapport Sloeweg mag niet in la verdwijnen'

Sloewegcommissie

MIDDELBURG - De hoorzittingen van de onderzoekscommissie Sloeweg hebben een schat aan informatie opgeleverd. Dat zegt PVV-statenlid Peter van Dijk, die voorzitter was van de commissie. Nu is het volgens hem zaak dat het rapport dat zijn commissie gaat schrijven niet onderin een la verdwijnt zonder dat er wat mee gebeurt.

Lessen
Het is de bedoeling dat het de onderzoekscommissie eind oktober een rapport met aanbevelingen en conclusies presenteert. Daarover gaan Provinciale Staten dan op 11 december met elkaar in debat. Maar ook daarna moeten de lessen van de hoorzittingen in de praktijk worden gebracht, vindt Van Dijk.

Aanbevelingen
Daarom sluit hij niet uit dat de onderzoekscommissie Sloeweg na het debat blijft bestaan om na een half jaar of een jaar te kijken of de aanbevelingen van de commissie serieus worden genomen.

Kritiek op voorzitter
Toch is er ook kritiek op Peter van Dijk als voorzitter van de commissie. Zijn partij stelde namelijk tijdens het onderzoek al schriftelijke vragen over het functioneren van commissaris van de Koning Han Polman in het Sloewegdebacle. De meeste betrokkenen beschouwden dat als 'not done', vooral ook omdat de fractievoorzitter van de PVV zelf leiding gaf aan de onderzoekscommissie.

Niet op de hoogte stellen
Tijdens de eerste hoorzitting afgelopen vrijdag, bleek dat het dagelijks provinciebestuur bewust had besloten om Provinciale Staten niet op de hoogte te stellen van de problemen bij de Sloeweg. Het provinciebestuur wilde eerst weten hoe groot de problemen waren en of die konden worden opgelost. De PVV vroeg zich daarna hardop af of de commissaris er niet op had moeten hameren om Provinciale Staten wel te informeren.

Not done
Geconfronteerd met die kritiek, zegt Van Dijk: "Er is maar weinig not done in de politiek. Er is niets verkeerds aan het stellen van schriftelijke vragen. De commissie heeft Polman niet uitgenodigd voor de hoorzitting en daardoor kon die vraag niet gesteld worden. Mijn partij vond dat die vragen wel gesteld moesten worden."

Problemen
De vragen van de PVV zijn inmiddels beantwoord door de commissaris van de Koning. Hij zegt dat hij op 10 februari de vraag al heeft voorgelegd of Provinciale Staten geïnformeerd hadden moeten worden. Het provinciebestuur besloot toen om dat niet te doen, omdat niet duidelijk was hoe groot de problemen waren en op welke manier die konden worden opgelost. Met de kennis van nu vindt Polman dat Provinciale Staten toen al wel op de hoogte hadden worden gebracht.