Artikel 44 vragen: rol CvdK in het Sloewegdebacle

Aan het College van Gedeputeerde Staten

Provinciehuis

Abdij 6

4331 BK MIDDELBURG

                                                                                                                                                                                                                            Arnemuiden, 20 september 2015

Geacht College,

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over de rol van de commissaris van de Koning in het Sloeweg debacle.

Toelichting

Binnen het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft de commissaris van de Koning (cvdK) verschillende taken en bevoegdheden. Hij is lid en tevens voorzitter van het college van Gedeputeerde Staten (GS). Zo ziet hij toe op de kwaliteit van het provinciale beleidsproces en het besluitvormingsproces (artikel 175 Provinciewet). Ook ziet de cvdK er op toe dat Provinciale Staten (PS) alle informatie krijgen die ze nodig hebben voor uitoefening van hun taak (artikel 179 Provinciewet).

Voor wat betreft het Sloewegproject hebben PS kaders gesteld; er is een budget vastgesteld  waarbinnen het project gerealiseerd dient te worden. In januari 2015 was bij voormalig gedeputeerde Van Beveren duidelijk dat er binnen het project problemen waren en heeft hij dit gedeeld binnen GS. Hierop is door GS besloten hier een externe op te zetten.

Op 10 februari jl. is in de GS-vergadering een nota besproken met betrekking tot de ontstane financiële problemen binnen het Sloewegproject. Dit is terug te vinden in het feitenrelaas met betrekking tot het Sloewegproject. Er is in die vergadering besloten PS hierover niet te informeren.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen aan de cvdK in het bijzonder.

  1. In januari 2015 heeft voormalig gedeputeerde Van Beveren binnen GS melding gemaakt van de ontstane problemen binnen het Sloewegproject. Op dat moment zijn PS niet geïnformeerd. Gelet op bovengenoemde artikelen 175 en 179 van de Provinciewet ligt het in de lijn der verwachting dat de cvdK hierop in actie komt en er juist wel op aandringt binnen GS om PS te informeren. Heeft de cvdK binnen GS op dat moment aan de bel getrokken? Zo nee, waarom niet?
  2. Op de GS-vergadering van 10 februari jl. wordt een nota besproken met betrekking tot de ontstane financiële problemen binnen het Sloewegproject. Dat is te lezen in het feitenrelaas. Ook hier reist de vraag of de cvdK de gedeputeerden heeft geattendeerd op het feit dat PS geïnformeerd dienden te worden, zeker in het licht van de opmerkingen van voormalig gedeputeerde Van Beveren tijdens de behandeling van de najaarsnota eind 2014 dat er sprake was van 7 weken vertraging en dat die in de loop van het project zou worden ingelopen. Kan de cvdK zeggen of hij de gedeputeerden heeft geattendeerd op het feit dat PS geïnformeerd dienden te worden? Zo nee, waarom niet?
  3. Heeft de cvdK op enig moment overwogen om zelfstandig PS te informeren e.e.a. gelet op artikelen 175 en 179 van de Provinciewet? Zo nee, waarom niet?
  4. Is uw college het met de PVV-fractie eens dat de cvdK, door op bovengenoemde GS-vergaderingen tegenover de gedeputeerden te zwijgen over de noodzaak om PS te informeren dan wel er uiteindelijk niet voor heeft gekozen PS zelf te informeren, PS niet geholpen heeft om haar controlerende taak uit te voeren? Zo nee, waarom niet?

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden en indien mogelijk mondeling te beantwoorden tijdens de Statenvergadering van 25 september a.s.

Hoogachtend,

Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland

Namens deze,

Ruud Haaze

Lid Provinciale Staten van Zeeland