Statenvragen over de strafheffing van de fiscus in verband met de vertrekregeling NAR 57-plus

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over de strafheffing van de fiscus in verband met de vertrekregeling NAR 57-plus.

Aan het College van Gedeputeerde Staten
Provinciehuis
Abdij 6
4331 BK MIDDELBURG

Arnemuiden, 23 februari 2015

Geacht College,

Toelichting:

De in 2012 door u verzonnen NAR 57-plus regeling kost de inwoners van Zeeland bijna 56 miljoen euro. Daarvan betreft ruim 16 miljoen een strafheffing van de fiscus. Vandaag stond in de PZC dat de rechtbank in Breda het beroep van de provincie Zeeland tegen genoemde strafheffing van de fiscus heeft afgewezen.
In plaats van beleid gericht op inzetbaarheid, verantwoord inzetten van kwaliteiten van de mix van generaties heeft de NAR 57-plus bijgedragen aan de stereotypering van oudere werknemers. Het kabinet wil juist dat mensen langer doorwerken; regelingen die bevorderen dat werknemers langer doorwerken. Regelingen zoals de NAR 57-plus, die bevorderen dat werknemers eerder met pensioen gaan, zijn in strijd met dat beleid. Ter ontmoediging is de strafheffing Regeling Vervroegd Uittreden ingevoerd.

Volgens de fiscus heeft de provincie Zeeland een schijnconstructie gebouwd met de NAR 57-plus.

Op vragen van de PVV-fractie in 2012 antwoordde u dat de inzet van externen minder zou worden. Ik citeer uw antwoord: "De inzet van externen wordt minder. Een van de nog weinig besproken elementen in de regeling is dat de werkgever medewerkers kan vragen klussen en projecten ook in de toekomst voor de provincie te blijven doen. Er ontstaat als het ware een pool van kennis en ervaring waaruit geput kan worden. Dat leidt tot een dubbel voordeel voor de werkgever: minder kosten voor externen en opschorting van de vertrekregeling voor de betrokken medewerkers gedurende de periode van de klus/het project: ergo ook geen fiscale boete."

Op in februari 2014 door de PVV-fractie gestelde vragen met betrekking tot de door u genoemde lagere fiscale strafheffing ten gevolge van de "pool van kennis en ervaring" antwoordde u dat in 2013 als gevolg van de inzet van 21 NAR-medewerkers, de strafheffing van de fiscus zo'n € 218.000,- minder was.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen.

1. Heeft u kennisgenomen van genoemde berichtgeving in de PZC d.d. 23 februari jl.?

2. Heeft er in 2014 inzet van NAR-medewerkers plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met hoeveel is de strafheffing van de fiscus daardoor verminderd?

3. Welke inspanningen heeft uw college gedaan om genoemde "pool van kennis en ervaring" succesvol uit te nutten en daardoor de strafheffing van de fiscus zoveel mogelijk te verminderen?

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,

Ruud Haaze
Lid Provinciale Staten van Zeeland