Inbreng tijdens de PS-vergadering van 6-6-2014 bij het debat over de Voorjaarsnota 2014

Voorzitter, om maar meteen met het belangrijkste te beginnen; De provincie Zeeland is aan het interen. De structurele inkomsten zijn de komende jaren voldoende om de structurele uitgaven te dekken; de incidentele uitgaven zijn groter dan de incidentele inkomsten. Dus, de provincie Zeeland is aan het interen.

Niet al te rooskleurig.

In de inleiding van de ons voorliggende Voorjaarsnota stellen GS, ik citeer: "we hebben verder stappen gezet om de saneringskosten van Thermphos en de frictiekosten van ZB Scoop te beperken". Voorzitter, misschien dat die twee wapenfeiten door de gedeputeerde nog eens kunnen worden toegelicht, bij mij zijn ze niet als zodanig blijven hangen.

GS stellen vervolgens dat in het laatste jaar van deze Collegeperiode de focus ligt op drie hoofdpunten. Een van die hoofdpunten betreft een solide financieel beleid met een duidelijk beeld van de risico's en de open einden.

GS houden vast aan een weerstandsvermogen van zo'n 24 miljoen. Dit hebben ze in de Voorjaarsnota van 2013 uitgebreid toegelicht. GS stellen zich ook op dit moment, juni 2014, op het standpunt dat de risicocomponent met betrekking tot saneringskosten Thermphos en frictiekosten ZB-Scoop, met een weerstandvermogen van zo'n 24 miljoen is opgenomen.

Door tot op heden in de begroting niets te reserveren voor eventueel te verwachten saneringskosten van het Thermphos-terrein, geeft het College blijk van weinig solide financieel beleid.

GS zijn bovendien van mening dat er zelfs nog beperkte ruimte voor extra uitgaven is.

De financiƫle koers van het College heeft niets te maken met solide financieel beleid, het heeft meer weg van de kop in het zand steken voor serieuze financiƫle tegenvallers, waar de Zeeuwen straks voor op mogen draaien.

Dan de Economie en werkgelegenheid.

De PVV is het met het College eens dat de verstoorde concurrentieverhoudingen in de energiesector een belangrijk zorgpunt vormen; zij hebben invloed op de concurrentiepositie van bedrijven in Zeeland. Voorzitter, ik hoor graag van de gedeputeerde hoe dat op Europees niveau wordt aangekaart, wordt dit ambtelijk afgedaan of wordt dit op bestuurlijk niveau opgepakt?

Het College maakt melding van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat per 1 januari a.s. in werking zal treden. Naar mening van de fractie van de PVV staat dit onduidelijk in de Voorjaarsnota. Ik heb de passage twee keer moeten lezen voordat ik het idee had dat ik begreep wat er bedoeld werd. Dat komt de transparantie niet ten goede.

Recent werd het College door een rapport (van Ecorys) bevestigd in de zorg over het level playing field (in goed Zeeuws) tussen de havens in Europa. Graag hoor ik van de gedeputeerde op welke manier dit de aandacht heeft en hoe daar concreet op ingezet wordt?

Tot zover, de eerste termijn.