Belastingplicht voor overheidsbedrijven

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Peter van Dijk, Partij voor de Vrijheid (PVV), over de belastingplicht voor overheidsbedrijven.

Aan het College van Gedeputeerde Staten
Provinciehuis
Abdij 6
4331 BK MIDDELBURG

Kattendijke, 30 mei 2013

Geacht College,

Toelichting:

De Europese Commissie merkt de belastingvrijstelling voor overheidsbedrijven aan als ongeoorloofde staatsteun. Onder overheidsbedrijven worden zowel directe als indirecte overheidsbedrijven begrepen. Indirecte overheidsbedrijven zijn bedrijven waarin de overheid aandeelhouder is (bijvoorbeeld Zeeland Seaports NV en NV Westerscheldetunnel). Directe overheidsbedrijven zijn afdelingen van overheden die een onderneming uitoefenen en niet als overheid optreden (bv. gemeentelijke parkeergarages of parkeerterreinen die door het waterschap worden geëxploiteerd).

De totale kosten voor de Sluiskiltunnel zijn begroot op € 295,6 miljoen (2010), de provincie draagt daar € 112,6 miljoen aan bij. Deze € 112,6 miljoen wordt gefinancierd uit de dividendopbrengsten van de NV Westerscheldetunnel. In 2011 bedroeg dat dividend € 5,4 mln. De provincie kan dat dividend tot 2033 (dan wordt de WST tolvrij) inzetten.
Sinds juli 2009 is de Provincie Zeeland enig aandeelhouder van NV Westerscheldetunnel. Van 2010 tot 2033 kan de provincie 24 maal het dividend van de NV Westerscheldetunnel inzetten (24 x € 5,4 miljoen = € 130 miljoen). Het tarief voor de vennootschapsbelasting bedraagt 20% over de eerste € 200.000 en daar boven 25%. Over een winst van € 5,4 miljoen is derhalve € 1,34 miljoen vennootschapsbelasting verschuldigd.
Over de periode 2015 tot en met 2033, zal bij een gelijkblijvende winst van € 5,4 miljoen, een bedrag van € 25,46 miljoen (19 x € 1,34 miljoen) worden afgedragen aan de schatkist. In dit bedrag van € 25,46 miljoen zal op andere wijze door de provincie moeten worden voorzien voor de financiering van de Sluiskiltunnel.

Vragen:

1. Heeft uw college kennis genomen van het persbericht naar aanleiding van het verzoek van de Europese Commissie van 2 mei 2013 aan Nederland om een eind te maken aan selectieve vrijstelling voor overheidsbedrijven" (1)?
2. Heeft uw college kennisgenomen van de reactie van de Nederlandse staatssecretaris van financiën van 21 mei 2013, gericht aan de Tweede Kamer met een afschrift aan de Eerste Kamer, op bovengenoemd verzoek van de Europese Commissie?
In die reactie meldt de staatssecretaris dat de Nederlandse regering voornemens is om, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring, binnen een termijn van 18 maanden wetgeving vast te stellen welke gericht is op bovengenoemd verzoek van de commissie.
3. Heeft dit verzoek van de Europese Commissie en de reactie van de staatssecretaris van financiën gevolgen voor deelnemingen zoals Zeeland Seaports NV en NV Westerscheldetunnel?
4. Heeft dit verzoek van de Europese Commissie en de reactie van de staatssecretaris van financiën gevolgen voor de financiering van de Sluiskiltunnel; deze tunnel wordt immers voor een deel gefinancierd uit de dividendopbrengsten van de NV Westerscheldetunnel?
5. Indien dit gevolgen heeft voor de financiering van de Sluiskiltunnel, hoe denkt het college dit op te vangen?

(1) http://europa.eu/rapid/press-release_IP-13-395_nl.htm 

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk en bondig te beantwoorden.

Hoogachtend,

Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,

Peter van Dijk
Lid Provinciale Staten van Zeeland